De gemeente Maasmechelen is vandaag niet meer dan een verzameling van dorpen. Eén afgebakend geheel sinds 1977 waar ‘de Maasmechelaar’ woont. Maar als we historisch de puzzelstukjes met elkaar vergelijken, zien we veel verschillen. Volg even mee.
We spoelen even terug. Vanaf de jaren 900 is Europa een soort van lappendeken opgedeeld in duizenden kleine puzzelstukjes, ‘heerlijkheden’ genaamd. Die heerlijkheden hebben zowat allemaal een andere eigenaar.
Soms is een stukje in het bezit van een rijke landheer, soms eigendom van een abdij of klooster.
De eigenaars van alle Maasmechelse ‘heerlijkheden’ moesten uiteindelijk allemaal verantwoording afleggen aan de koning van het Duitse Heilige Roomse Rijk waar we bij hoorden. Het land België bestaat dan nog niet. Grootmachten Frankrijk en Duitsland wel al, in een andere vorm dan vandaag.
Kan je nog volgen? Het wordt alleen maar duidelijker!
(Lees verder onder de foto)
Leut, Meeswijk en Eisden hingen bijna altijd samen en behoorden tot één eigenaar: één landheer die meestal in een kasteel of groot landhuis woonde in Leut. Het staat er nog steeds.
Later werd puzzelstukje Vucht daar tijdelijk aan toegevoegd.
Mechelen-aan-de-Maas was dan weer in handen van de Sint-Servaaskerk in Maastricht. De eigenaar en ‘baas’ van Mechelen-aan-de-Maas was de ‘hogeproost’, een geestelijke met veel gezag. Soms woonde die in Maastricht, maar heel vaak op het kasteel van Mechelen-aan-de-Maas.
Wat een luxe!
(Lees verder onder de foto)
Ook Opgrimbie was ooit in katholieke handen en moest luisteren naar de abdij van Hocht (Lanaken). Boorsem en Uikhoven hoorden honderden jaren bij het graafschap Rekem (Lanaken). De graaf woonde in… het kasteel van Rekem inderdaad.
Dorpen wisselden vaak van eigenaar, zeer moeilijk bij te houden. Er werden dorpen geschonken, uitgeleend, afgenomen, toegevoegd aan andere.
Het volk – gij en ik – had zeer weinig eigendom. En toen kwam Napoleon.
Een adellijke landheer kon van de éne dag op de andere beslissen om bijvoorbeeld Opgrimbie te schenken aan een abdij. Die abdij kon dat na vele jaren weer doorgeven aan een andere abdij of heer.
De inwoners merkten daar weinig van. Hun betaalde belastingen kwamen gewoon in een andere schatkist terecht.
Het volk – gij en ik – had zeer weinig eigendom. Zij mochten de grond wel ‘lenen’ en bewerken. Ze betaalden belastingen aan de heer en werden door hem en zijn leger ‘beschermd’ in de mate van het mogelijke. Zo dat ging dat eeuwenlang door.
Van voor 900 tot…. 1806.
(Lees verder onder de foto)
Na de Franse revolutie in 1789 maakte Napoleon vanaf 1806 komaf met de eeuwenoude structuur. Gedaan met rijke kasteelheren en de macht van kerk!
Alle kerkelijke eigendommen werden in beslag genomen, en de macht van de adel met hun vele kastelen verdween ver naar de achtergrond. Vadertje staat was geboren. De eerste gemeenten en provincies ontstaan en in 1830 wordt België onafhankelijk.
(Lees verder onder de foto)
Sindsdien fusioneerden kleine gemeenten tot grotere gemeenten. Van negen kleintjes naar één grote wat Maasmechelen betreft. De ‘eigenaar’ van de gemeente is de Belgische staat.
Het volk heeft tegenwoordig veel eigendommen, vele stukjes grond met allemaal andere eigenaren. Er worden nog steeds veel belastingen betaald.
Kerken, abdijen en kasteelheren zijn in veel gevallen ‘decor’ geworden, niet meer dan een herinnering.
Conclusie: Uikhoven en Boorsem hebben eeuwenlang meer te maken gehad met Rekem dan met pakweg Leut. En Opgrimbie heeft van oorsprong eigenlijk niets gemeen met Meeswijk of Vucht. Mechelen-aan-de-Maas keek dan weer eeuwenlang naar Maastricht.
En Kotem? Kotem is Kotem. 😉
Veel dank aan tekentalent Ine Simons uit Eisden voor de leuke illustraties!
Bedankt voor de geschiedenis uitleg. Ben steeds blij als er weer een stukje geschiedenis verschijnt op je pagina.
Mooi verhaal, top
??❤️
Leuke heldere uitleg van een erg complex gegeven!
Dank je wel.. fijn uitgelegd.
Heel interessant maar wat een puzzelstukjes.
Mooie heldere informatie.
Super leuk om te lezen en weten ??Thx
??