Als je volgende keer langs de Maas fietst, moet je je inbeelden dat er continu boten zouden passeren. Zo ging het er eeuwenlang aan toe, maar zeker niet altijd zonder gevaar.
Varen over de Maas werd met zekerheid al door de Romeinen gedaan, meer dan 2.000 jaar geleden. En varen bleef duren tot ongeveer in 1870.
Men vervoerde vooral veel materiaal. Er passeerden honderdduizenden gekapte bomen voor hout, tonnen natuursteen of mergel, hopen kiezel, steenkool, aardappelen, graan,… Eindeloos veel.
In Maaseik en Maastricht lagen met zekerheid twee grotere havens. In Stokkem aan de oude Maas lag een kleinere binnenhaven, en langs de volledige rivier vond je vele schipperswoningen of herbergen waar schippers konden pauzeren.
(Lees verder onder de foto)
Want maak u geen illusies: de meerderheid van de boten werd voorgetrokken aan lange koorden met paard- en mankracht die langs de oevers over het ‘lijnpad’ stapten. Meestal waren dat mannen en hun zonen die de volgeladen schepen stroom op- en afwaarts trokken, hoewel vrouwen en kinderen ook werden ingezet. Waarom trekken? Omdat er nog geen sprake was van motoren, en een zeil weinig zin heeft als het windstil is.
Negenoord
In archieven stootten we op het verhaal van de gebroeders Leyssen die in oktober 1855 met hun vader een schip stroomopwaarts trekken vanuit Maaseik richting Maastricht. Dat doen ze met stevige touwen rond hun lijf gebonden. Ter hoogte van Negenoord in Stokkem is de stroming zo fel, dat de boot terug wordt meegesleurd en de drie het niet meer houden.
(Lees verder onder de foto)
Vader Mathieu kan zich net nog redden door het touw tijdig los te knopen, maar zijn zonen Henri en Arnold worden de Maas in gesleurd. Arnold hangt nog in het touw wanneer hij op het droge wordt gehesen, maar hij is dood. Zijn broer Henri wordt pas dagen later stroomafwaarts dood terug gevonden.
In november 1862 gebeurt een gelijkaardig verhaal. Meneer Kitsen, zijn zoon en een collega trekken met hun drie paarden een boot vooruit. Ook zij worden verrast door de felle stroming ‘ergens tussen Maaseik en Maastricht’ staat geschreven in een artikel uit die periode. De drie worden met paard en al de rivier in gesleurd. De mannen en paarden verdrinken.
(Lees verder onder de foto)
Het gaat hier om al zeker 5 doden in 7 jaar tijd, alleen op het stukje tussen Maastricht en Maaseik waar we weet van hebben. Het totaal aantal ongevallen en verdrinkingen doorheen de eeuwen ligt vele malen hoger.
Na 1870 vinden we nog amper meldingen van échte vaarfeiten op onze Maas, en wordt enkel kanaal Zuid-Willemsvaart nog gebruikt als waterweg.
Ontdek alles over de Maaslandse geschiedenis in het boek ‘Ooit aan de Maas’ dat je hier kan bestellen.
LEES OOK:
En toen kwamen de Vikingen: “Ze zijn zeker over onze Maas gepasseerd”