In Nederlands-Limburg werd heel recent de grootste Romeinse muntschat ooit gevonden in Nederland. Maar liefst 3.600 stuks zaten er verborgen in de bodem op één plek. Romeinse munten treft men vaker aan in onze Maaslandse bodem. “Maar als je een munt vindt zoals deze die ik toon, let je best op”, zegt oudhistoricus Pieter Craenen. Het verhaal van keizer Postumus… wiens munten al gevonden werden in Heerlen en Maastricht.
“De Maasvallei was al vaker de vindplaats van tal van Romeinse munten, en die munten zijn vooral getuigen van fascinerende verhalen uit de Romeinse tijd”, weet oudhistoricus Pieter Craenen. “Het verhaal van Postumus is er zo één.”
Postumus leeft in de 3de eeuw na Christus, en werkt zich op tot generaal. Het Romeinse Rijk draait dan op volle toeren en is natuurlijk gigantisch. De keizer in Rome kan niet alles zelf besturen, dus heeft hij ook een soort gouverneurs die provincies lokaal besturen. “Postumus regeerde over de provincie Germania Inferior, een regio vergelijkbaar met de Maasvallei, de Rijnvallei, eigenlijk het ruime gebied tussen Xanten, Keulen, Tongeren, Maastricht en omstreken.”
(Lees verder onder de foto)
Een uitgestrekte provincie dus, maar wél met heel wat uitdagingen, want dat gebied behoort tot de noord-oostelijke hoek van het volledige rijk. ”Aan de andere kant van die Romeinse grens, woonden de Franken, wat dieper te situeren in het huidige Duitsland. De Franken stormende om de zoveel tijd aan tegen die Romeinse buitengrenzen, veelal om tijdelijke plundertochten uit te voeren. Het was de taak van generaal Postumus om de vele Frankische invallen af te stoppen. Zo plaatst hij versterkingen in Keulen, Maastricht, Tongeren, Mechelen om die Franken beter de baas te kunnen zijn.”
Plots komt de verwende zoon van de Romeinse keizer af om die grote buit op te eisen.
Pieter Craenen
We deelden hier in de Maasvallei echter geregeld in de klappen. “De ene invasie na de andere leidde rond het jaar 260 voor het einde van héél wat Romeinse nederzettingen in onze Maasvallei. Zo troffen archeologen ook brandsporen aan in Rekem bij oude nederzettingen uit die bewuste periode.”
Maar generaal Postumus slaagt er in die tijd toch ook in om een grote groep Franken te onderscheppen en een hoop oorlogsbuit te recupereren. “Goed nieuws, maar plots komt de verwende zoon van de Romeinse keizer af om die grote buit op te eisen. De eigen troepen en soldaten van Postumus verweren zich, komen in opstand én roepen hun eigen generaal tot keizer. Pure rebellie dus.”
(Lees verder onder de foto)
Je zit dus plots met een keizer in Rome die moet toezien hoe er helemaal in het noorden plots iemand zichzelf tot keizer verklaart.
“Het gebeurde wel vaker dat sommigen dat probeerden, alleen ging Postumus een stap verder. Hij scheurde de lokale provincie ook nog eens af als onafhankelijk rijk, en hij voegde er nog een gigantisch stuk van het rijk ten zuiden aan toe. Plots werd de man de onafhankelijke keizer van een stuk Romeinse Rijk vergelijkbaar met grote delen van het huidige Spanje, Frankrijk, België, Nederland en Groot-Brittanië: Het ‘Imperium Galliarum’ was geboren.”
“Ja, je kan dat een grote staatsgreep noemen. Lef had hij zeker.” De woede in Rome moet groot geweest zijn, en dan was er al zoveel chaos in andere Romeinse provincies richting het Midden-Oosten.
(Lees verder onder de foto)
Postumus houdt het finaal amper negen jaar vol, tot hij in 269 vermoord wordt, door nota bene zijn eigen troepen omdat ze de stad Mainz niet mogen platbranden van hem. Enkele jaren na zijn dood wordt het afgescheurde gebied weer toegevoegd aan het oorspronkelijke rijk en gaat die korte passage in de grote geschiedenis op.
“Maar Postumus was wel zo slim om munten van zichzelf te laten drukken, en die zijn dus teruggevonden, ook in onze streek. In Heerlen en in Maastricht met zekerheid, en wie weet waar nog. Als je zo’n munt tegenkomt, gaat het toch nét om een exemplaar dat je minder snel tegenkomt. Eentje van de illegale Romeinse keizer die de held uithing, onder meer in onze Maasvallei.”
TIP: WAT TE DOEN ALS JE EEN MUNT VINDT?
“Je moet beseffen dat een klein muntje of potscherfje een indicatie kan zijn van een mogelijke archeologische site en bijgevolg een enorme historische waarde kan hebben”, zegt Craenen. “Als je tijdens een boswandeling een Romeinse munt vindt, ben je in principe verplicht om dat binnen de drie dagen door te geven aan het Agentschap Onroerend Erfgoed.”
“Vind je echter met een metaaldetector munten, dan had je je ook al moeten laten erkennen als metaaldetectorist. Ook dan geef je je vondsten best door zodat het geregistreerd staan. De munt is in principe eigendom van de grondeigenaar waar het gevonden werd. Tref je dus een munt in je eigen tuin, ben jij er bijgevolg eigenaar van.”