In het Maasland had men amper van Romeinen gehoord, tot Julius Caesar in 57 v.C. met een heel leger binnenviel. Niets zou ooit nog hetzelfde zijn. Oudhistoricus Pieter Craenen legt ons in drie afleveringen uit waarom en vooral hoé de Romeinen hun stempel doorduwden aan de Maas.
Hoe het allemaal begon… Aflevering 1.
Het was rond het jaar 57 voor Christus dat de Romeinen de Maasvallei binnenvielen nadat ze grote delen van Gallië (Frankrijk en omstreken) al hadden veroverd. En hoe verover je vlot nieuw onbekend en ‘achtergesteld’ gebied? Door het wegennet te verbeteren!
(Lees verder onder de foto)
“Na de avonturen van Julius Caesar kwam het Maasland onder Romeins bewind te staan”, zegt Pieter Craenen.
“Keizer Augustus was op dat moment de baas in Rome en zijn rechterhand Agrippa liet het uitgebreide wegennetwerk aanleggen in de nieuwe veroverde gebieden. De voorbereiding van die wegenwerken beginnen bij ons al in 39 v.C. En in 19 v.C. start de effectieve aanleg.”
Heirstraat
Het gaat dan natuurlijk om heirbanen die we vandaag kennen. De heirbaan bij ons loopt van Tongeren naar Maastricht, en van Maastricht helemaal langs de Maas naar het noorden tot in Nijmegen. Fragmenten van die originele Heirbaan zijn al opgegraven in Maasmechelen, Dilsen, en Kinrooi. De Heirstraat in Maasmechelen volgt een groot deel van die originele heirbaan.
(Lees verder onder de foto)
De Romeinen stopten niet aan de Maas, ze wilden meer.
“Later werden de pijlen op Germania – komt grotendeels overeen met Duitsland – gericht en geraakten ze tot aan de Rijn. Maar men wilde nóg dieper Duitsland in en het gebied tot aan rivier de Elbe veroveren. Om heel dat nieuwe veroverde gebied te bewaken én de vele Romeinse soldaten te voorzien van voedsel en wapens, was onze Maas als achterlinie cruciaal qua transport.”
Hongerige soldaten aan het front die voedsel, wapens, materiaal moeten krijgen en dat gebeurt onder meer via één cruciale weg: onze Maas.
(Lees verder onder de foto)
Zo vernoemt Florus, een Romeinse geschiedschrijver, de Maas in zijn verslag met de volgende woorden: ‘In tutelam provinciae praesidia atque custodias ubique disposuit per Mosam flumen’.
Letterlijk: dat er langs de Maas versterkingen en bewakingsposten worden gebouwd rond 10 v.C. om de ‘voogdij van de provincie te verzekeren’. De pas veroverde regio moest ook goed bewaakt en beheerd worden, en onze Maas diende daar alweer perfect voor.”
(Lees verder onder de foto)
De allereerste Romeinse nederzettingen aan de Maas waren dus militaire wachtposten die het vele vrachtvervoer over de rivier moesten beschermen. Sommige posten waren zelfs breder uitgerust, vergelijkbaar als een soort ‘Maaspolitie‘.
“Op basis van archeologisch onderzoek lag er mogelijk een wachtpost in Namen aan de Maas”, weet Pieter.
“Een tweede lag veel dichter bij huis, in Venlo op 50 km van Maaseik. Er stonden uiteindelijk meerdere wachtposten opgesteld over de volledige lengte van de Maas. Dat Romeinse vrachtverkeer moest altijd naar het noorden, en passeerde dus steeds langs ons Maasland.”
In aflevering 2 bespreekt Pieter hoe de eerste dorpen en Romeinse villa’s uit de grond schieten, en hoe de handel helemaal floreert.
Dat smaakt naar meer! Mooi geschreven Pieter en toch ook wel een nieuw gegeven voor mij. Wist niet dat de Romeinen ook hier vertoefden. Gezellig! Kijk uit naar je volgende stukken! Lidia Craenen
Mooi in elkaar gestoken.
Super Pieter
Ben zo trots op jou
Liefs
Moeke
Weer iets geleerd. En vlot verteld.