fbpx

En toen kwamen de Romeinen: “Zelfs villa’s met vloerverwarming aan de Maas ontdekt”

14

In het Maasland had men amper van Romeinen gehoord, tot Julius Caesar in 57 v.C. met een heel leger binnenviel. Niets zou ooit nog hetzelfde zijn. Oudhistoricus Pieter Craenen legt ons in drie afleveringen uit waarom en vooral hoé de Romeinen hun stempel doorduwden aan de Maas.

De glorieperiode… Aflevering 2.

De Maas was dus de ideale transportroute, dat zagen die Romeinen al snel. En de vele wachtposten langs die rivier zorgden voor de beveiliging van dat transport. Zéker zo belangrijk waren de oversteekplaatsen, bruggen dus. 

“Bruggen waren strategisch zéér belangrijk, maar ze waren in die periode enorm zeldzaam”, zegt Pieter Craenen.

“Eén van die bruggen lag in Maastricht. De houten Romeinse brug wordt in de 1e eeuw na Christus gebouwd én wordt later door geschiedschrijver Tacitus vernoemd. Zo heeft hij het over een Romeinse commandant Labeo die zelfzeker is over zijn strategische positie aan de Maas, omdat die er de brug controleerde.

Of in de woorden van Tacitus: ‘quia pontem Mosae fluminis anteceperat’.

(Lees verder onder de foto)

Zo kan de eerste houten brug van Maastricht hebben uitgezien.

Het is aan die brug in Maastricht dat er een Romeins dorpje, een vicus, ontstaat. “Dat is in de 1e eeuw na Christus. In diezelfde eeuw ontstaat er ook een Romeins dorp in Dilsen, dat rond het jaar 150 zéér bloeiend was.”

Pauwengraaf

Zulke dorpen waren vaak voorzien van langgerekte, eerder smalle gebouwen gelegen langs een heirbaan.

“Eén gebouw kon meerdere functies hebben. De gevel aan de straatkant kon een winkeltje of atelier zijn, en de achterzijde diende dan als woning. Al die gebouwen lagen in de buurt van de Heirbaan. Noem het gerust de Romeinse Pauwengraaf van die tijd.”

(lees verder onder de foto)

Een Heirbaan met aan weerszijden romeinse woningen die samen een vicus, of dorp, vormden. (Bron: stadtrundgang.dieburg.de)

Of er dan alleen maar sprake is van het oude Maastricht of Dilsen? Natuurlijk niet.

Er duiken een pak Romeinse villa’s op langs de volledige Heirbaan in het Maasdal. “Vooral tijdens de tweede eeuw kent de Maasvallei een enorme bloeiperiode met simpele villa’s, maar ook rijkelijk versierde nederzettingen. De villa’s van Borgharen, Stein, Sittard of Rekem zijn slecht enkele van vele plaatsen waar resten van Romeinse villa’s zijn gevonden.”

Romeinse badkamer

De villa op de grens van Neerharen-Rekem spreekt alvast tot de verbeelding. Ze moet gebouwd zijn aan het einde van de eerste eeuw. “Vijftig jaar geleden zijn daar nog opgravingen gebeurd. De archeologen stelden vast dat er eerst een soort kuilwoning lag, en later een Romeinse stenen villa. Mogelijk was een lokale boer zodanig onder de indruk van de Romeinse nieuwkomers, dat hij zijn oude boerderij liet ombouwen in de nieuwe Romeinse bouwstijl.”

En er zijn zelfs Romeinse ‘badkamers’ gevonden.

“De villa in Neerharen/Rekem werd uiteindelijk uitgerust met drie badkuipen en een hypocaustum, een soort vloerverwarming. Zo’n hypocaustum vond men ook terug in Smeermaas. In beide gevallen was ook de stookoven zichtbaar. De warmte trok vanuit die oven naar een soort kruipkelder onder de vloer, om zo uiteindelijk de hele villa te verwarmen.” 

(Lees verder onder de foto’s)

Het fundament van de gevonden hypocaustum in Smeermaas. Vloerverwarming van bijna 2.000 jaar geleden. (Bron: rapport Dirk Pauwels & Guido Creemers)
Een voorbeeld van een hypocaustum in het Gallo-Romeinsmuseum in Tongeren. De ‘zuiltjes’ vormen een ruimte onder de vloer waar de warme lucht passeert.

Shoppen

Naar de IKEA of Shopping Center snellen om keukenspullen te kopen, was destijds geen optie, maar handel werd er héél zeker gedreven.

“In het ganse Maasland treffen we fragmenten aan van bijvoorbeeld mortaria: wrijfschaaltjes met een giettuit om voedsel of kruiden in fijn te malen.”

(lees verder onder de foto)

Een mortarium is een soort wrijfschaaltje van pakweg 10 centimeter doorsnede. Ze kwamen vanuit alle hoeken van het Romeinse Rijk tot in het Maasland. (Stamgent.be)

“Keramiek was destijds voorzien van een pottenbakkersstempel. Die stempels leren ons waar en door wie het aardewerk werd gemaakt. Natuurlijk maakten Maaslanders ook lokaal aardewerk, maar héél wat spullen kwamen toen al vanuit het buitenland.”

“We zien scherven van potten of schalen in Stein of Maasmechelen met stempels afkomstig van ateliers in het Noord-Franse Lavoye of zelfs Lezoux bij Lyon. De handel bloeide door de import van aardewerk uit verschillende uithoeken van het Romeinse Rijk, waardoor de Romeinse invloed in het Maasland steeds meer aanwezig was.”

In aflevering drie vertelt Pieter over de invallen van de Franken en het instorten van de Romeinse periode.

Koop hier de boeken van Ooit aan de Maas en leer bij over de Maaslandse geschiedenis

Over de auteur

Marco Mariotti (30) groeit op in Maasmechelen en is als kind gebeten door geschiedenis, aardrijkskunde en natuur. Op zijn 22ste wordt hij journalist in Limburg, aan informatie geraakt hij bijna verslaafd. Lokale geschiedenis boeit hem altijd al, maar pas in 2017 slaat de vonk over als in Eisden-Dorp archeologische resten worden ontdekt bij werken op het Vrijthof.
2 Antwoorden

Laat een opmerking achter

Deze website wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacybeleid en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

Gerelateerde verhalen