Op het historische kerkhof van Mechelen-aan-de-Maas liggen er in het dodenhuisje drie grote zerken. Eén van die zerken behoorde toe aan Arnold van Wynants die in Mechelen-aan-de-Maas stierf in 1733. Maar wie was die man? Hoe belangrijk was hij? En wat is zijn link met het dorp?
Wat ik nu ga proberen uitleggen, is een gefilterde versie van zeer complex materie.
We moeten terug naar een periode in de geschiedenis waarin Europa uit duizenden kleine stukjes bestond: graafschappen, vrije heerlijkheden, abten, kapittels,… Allemaal kleine puzzelstukjes. Zo was Rekem een graafschap, Leut een vrije heerlijkheid, en ga zo maar door. Vele kleine mini-staatjes in een groter geheel. Lees hier meer over die vele puzzelstukjes.
Volg nog even mee. We springen even naar het kapittel van Sint-Servaas.
Het gaat meteen om één van de meest oude en rijke kapittels in de Lage Landen. Een zeer machtige kerkelijke instelling uit Maastricht die rechtstreeks gelinkt was aan de Sint-Servaaskerk aan het Vrijthof.
(Lees verder onder de foto)
Cru gezegd: het Sint-Servaaskapittel was één van de grootste kerkelijke ‘bedrijven’ met héél wat bezittingen in Maastricht en de wijde omgeving. Met bezittingen bedoelen we gronden, boerderijen, en zelfs hele dorpen. Als het maar geld opbracht. Het Sint-Servaaskapittel had elf van die ‘banken’ of dorpen als eigendom.
En nu komt het…
Mechelen-aan-de-Maas was één van die ‘banken’, één van die bezittingen. Concreet: als een boer uit Mechelen belastingen betaalde, kwam dat geld grotendeels in de schatkist van het kapittel terecht.
Zo’n kapittel – of kerkelijk bedrijf – moest natuurlijk geleid worden. Aan het hoofd stond de proost: in die tijd dé machtigste man, de CEO, de president, noem het hoe je wil. Hij had het voor het zeggen op zakelijk vlak.
En dan komen we uit bij Arnold Hyacint van Wynants. De man was geboren in Brussel in 1671, had Rechten gestudeerd, was zeer slim en werd van 1719 tot 1732 proost van het bewuste kapittel Sint-Servaas in Maastricht.
(Lees verder onder de foto)
In diezelfde periode werd de man privé-heer van Mechelen-aan-de-Maas. Dus wanneer een boer in Mechelen belastingen betaalde, kwam dat in de schatkist van het kapittel terecht, maar ook in de privé-schatkist van Wynants zelf. Als proost kocht hij het kasteel van Oensel – aan de Oenselstraat/Kasteelstraat gelegen – en maakte er zijn buitenverblijf van. De Proostdijstraat ligt daar vandaag niet toevallig.
Vertoeven in het rustige Mechelen-aan-de-Maas, wanneer van Wynants het ‘drukke Maastricht’ wilde ontvluchten. De laatste jaren van zijn leven zat hij blijkbaar continu in Mechelen. Wat een eer, toch? Dé machtige CEO die net Mechelen uitkiest om te gaan wonen én uiteindelijk ook om te sterven in augustus 1733. Hij werd er begraven in de oude kerk die ooit op het historische kerkhof lag aan de Vaartstraat.
(Lees verder onder de foto)
Dus: wie zijn grafzerk ligt er te verkommeren in dat dodenhuisje? Die van dé meest machtige man aan het begin van de 18de eeuw in Maastricht en omstreken, waar wij Mechelaren toen naar moesten luisteren. Onze landheer, onze proost, onze ‘president’. De vergelijking gaat niet helemaal op, maar van Wynants betekende misschien wel voor Mechelen, wat Vilain XIIII voor Leut betekende, alleen 100 jaar eerder.
Om af te sluiten.
De Wijnantslaan in de villawijk vandaag is naar hem genoemd. En de Geloeslaan vlakbij is genoemd naar Karel de Geloes, de man die van van 1772 tot 1791 proost van hetzelfde Sint-Servaaskapittel mocht zijn. Enkel jaren later brak de Franse Revolutie uit en stortte heel het systeem van kerkelijke bezittingen in elkaar.
Wanneer de boer uit Mechelen voortaan belastingen betaalde, kwam zijn geld terecht in de schatkist van de overheid, zoals we dat vandaag nog steeds kennen.