Duizenden jaren geleden leefden er mensen aan de Maas en Maasmechelaar Rosario Gucciardi vond daar heel wat bewijzen van. Hij ontdekte lokale werktuigen van soms 6.000 jaar oud. Vindplaats? Akkers in Mechelen-aan-de-Maas, Opgrimbie, Leut en Meeswijk, vaak in de buurt van oude Maasarmen. Een overzicht.
Boortjes en priemen
De allereerste Maasmechelaren bewerkten leer en andere dierenhuiden. Ze boorden gaatjes in leer om het aan mekaar te naaien. Zo kreeg je de eerste ‘kledij’. Men kon er ook kralen mee doorboren of naalden mee maken.
Klopstenen en maalstenen.
Steen diende eigenlijk voor alles, zoals het pletten van zaken. Je kon er graan, planten of zaden mee fijnmalen en pletten. Als je oker plette, kreeg je zelfs pigment.
Bijlen
De bijl gaat ook al duizenden jaren mee. De stenen bijl werd net zoals vandaag bevestigd aan een handvat. Ze kapten er bomen of struiken mee om, om zo aan landbouw te kunnen doen. Indien nodig kon je er ook gewelddadig mee zijn, want conflicten bestonden toen ook al.
Dolk en dolkfragmenten
Noem dit gerust een stenen mes. Het kon ook vlijmscherp zijn en diende als werktuig, maar indien nodig ook als verdedigingswapen.
Nog meer kleine mesjes voor het vele snijwerk.
Pijlpunten
Pijlpunten werden veelal bevestigd op lange stokken of speren waarmee kon worden gejaagd. In onze contreien veelal op hert, haas of andere kleiner gedierte. De kans dat de Maasmechelaren hier oog in oog stonden met mammoeten is eerder klein.
Aansteker
De ‘vuurmaker’ is misschien één van onze favorieten. Je ziet hoe het ‘kopje’ is afgesleten en afgerond door het vele gebruik. De vuurmaker werd tegen een pyrietknol geslagen waardoor er vonkjes vrijkwamen. Die vonkjes werden opgevangen op een stukje gedroogde tonderzwam: een ideale vuurstarter. Tonderzwam zie je vaak groeien tegen boomstammen. Pyrietknol is dan weer een mineraal dat dezelfde eigenschap heeft als het steentje in de aanstekers tegenwoordig.
