Vandaag moeten we het doen met everzwijnen, reeën, konijnen en vossen. Maar aan het einde van de laatste ijstijd – zo’n 12.000 jaar geleden – liep de wolharige neushoorn hier rond.
De kolos leefde samen met de even behaarde mammoet. Er zijn skeletonderdelen van die neushoorn gevonden in Maastricht en in Lummen. Dat ze dan ook door Maasmechelen paradeerden is logisch. Een kanjer van bijna 4 meter lang, 1,5 meter groot, 2,5 ton zwaar en de hoorn kon tot meer dan een meter lang worden. Een ferm beestje dat vooral gras at.
De Maasvallei zag er in die tijd heel anders uit. Droger, killer met veel stug gras. Een gebied dat tot de Mammoetsteppe behoorde met een koud toendra-klimaat. De Noordzee stond zelfs droog, want veel zeewater zat in de ijskappen.
In de warmere periodes had je nochtans ook volle loofbossen waarin harige olifanten en neushoorns leefden. Zo’n 12.000 jaar geleden eindigde de ijstijd en stierf de wolharige neushoorn uit. We gaan ze dus niet meer zien oversteken op de Weg naar As.