Van in mijn kinderjaren koester ik een interesse voor geschiedenis. Toen met het idee om archeoloog te worden, kijkend naar mijn beperkte collectie fossielen. Maar op mijn 16de leende ik voor het eerste enkele lokale geschiedenisboekjes uit in de bib van Maasmechelen. Ze waren geschreven door de meneer op deze foto: Pierre Schuermans.
In één van zijn uitgaves stond een foto van de Hemelrijkstraat met een lemen boerderij op, zoals je die alleen nog in Bokrijk zou vinden. “De Hemelrijkstraat is één van de oudste straten van Maasmechelen”, stond eronder vermeld.
Ik was daar zó van onder de indruk als tiener, én ik woonde in de Kommelstraat vlakbij! Was mijn straat dan ook zo oud? (Nee, zeker niet).
Het was in elk geval voldoende om mij te prikkelen over lokale geschiedenis. Dingen willen weten en begrijpen heeft altijd in mij gezeten, maar toen ik mij zes jaar geleden terug op die lokale geschiedenis stortte nam ik de vele tijdschriften van heemkring Oud-Mechelen door. Pierre Schuermans was één van de stichtende leden.
(Lees verder onder de foto)
De afgelopen jaren legde ik pas de link: dat waren diezelfde soort boekjes die ik op mijn 16de vast had gehad, allemaal dankzij Pierre (en zijn collega’s) destijds. Dankzij hen begrijp ik de basis van de lokale geschiedenis.
Met die basis en vele rode draden ging ik verder aan de slag met de hedendaagse middelen om dingen nog beter te begrijpen. Vandaag beland je vliegensvlug op specifieke archiefwebsites, bestel je een bepaald oud boek online, of vind je registers terug die mij weer tot bij de juiste puzzelstukken brengen.
Zo kwam ik – wel na écht lang zoeken – dankzij het internet uit op de originele mémoires van dokter Hauben uit 1908, gevonden in een oubollige webshop van een Parijs boekenwinkeltje. Het zoekritme in 1980 of 2023 ligt beduidend ver uit elkaar. Maar het vertellen van mooie weetjes of verhalen zijn van allen tijden.
(lees verder onder de foto)
Persoonlijk
Nog maar twee jaar geleden leerde ik Pierre ook persoonlijk kennen, vlak na de publicatie van mijn boek over dokter Hauben. Pierre gaf toe daar eerst argwanend over te zijn. “Wie is die Mariotti?”, dacht hij. Ik heb hem een exemplaar geschonken en ben het boek persoonlijk aan zijn voordeur gaan afgeven, wat hem dankbaar verraste.
Met een bang hartje wachtte ik zijn mening af.
Een week later nodigde hij mij bij hem thuis uit, en Pierre bleek onder de indruk. Dé Pierre Schuermans die mijn werk goedkeurde, en zelfs bewierookte. Wat. een. eer.
(Lees verder onder de foto)
Intussen hebben Pierre en ik vaker contact en mijn respect voor de man blijft even groot. We schelen dan wel vijftig jaar, toch hebben we graag met elkaar te doen. We delen dezelfde passie, hij respecteert mij duidelijk ook, en ik hoop nog vele jaren met hem te mogen ‘mijmeren’ over een tijd waar we beiden alleen maar over hebben gelezen: het verre verleden.
Afgelopen donderdag gaf ik een lezing bij NEOS Maasmechelen over dokter Hauben, Joseph Smeets en Vilain XIIII. Pierre zat ook in het zaaltje en nam na afloop de micro over. “We hebben jonge enthousiaste mensen nodig die over vroeger blijven vertellen”, zei hij.
Dat zal ik doen, Pierre. Dat zal ik zéker blijven doen.
Proficiat Marco, alle 50-tig Neos-leden die aanwezig waren op uw lezing waren unaniem de mening toegedaan dat je best nog een uurtje had mogen doorgaan. Het bleef boeien van het begin tot het einde.