Eén van de oudste stukjes Mechelen-aan-de-Maas is opgedoken op een oud schilderij. Het gaat om een portret van Frederic de Gelissen, die van 1843-1847 burgemeester was in het dorp. In de achtergrond staat zijn woning geschilderd, én de toren van de verdwenen kerk die ooit op het oud kerkhof stond. “Dit is het oudste beeld van het dorp”, vertelt Marc Smeets die het portret in hoge kwaliteit verkreeg.
Het oud kerkhof van Mechelen-aan-de-Maas in de Vaartstraat is één van de laatste tastbare herinneringen aan de oerkom van het dorp dat terug gaat tot zeker 1100. Eeuwenlang lag daar het centrum met kerk, kerhof, pastorij, kapelanij, en een oude Maasarm. Van die omgeving bestaan wel wat prentkaarten rond 1900, maar verder moeten we het doen met oude kaarten.
Marc Smeets – zelf al jaren actief met lokale heemkunde – wist dat er een oud schilderij bestond van oud-burgemeester Frederic de Gelissen, en zag er ooit een vage kopie van.
(Lees verder onder de foto)
“Ik herinnerde me dat dat ooit in een uitgave van de heemkundeboekjes van Oud-Mechelen stond. Een zwart-witkopie van het bewuste schilderij. Dat beeld intrigeerde me altijd, omdat de toren van de oude kerk er op staat. Meteen het enige beeld ooit bewaard van die kerk.” Marc nam contact op met nazaten die het schilderij nog steeds in eigendom hebben.
De kerk waar Marc over spreekt stond ongeveer centraal op het oude kerkhof en werd rond 1850 afgebroken. De ‘nieuwe’ kerk werd dan in 1854 afgewerkt waar ze vandaag nog steeds staat aan de Dokter Haubenlaan.
Die oude kerk lag daar waar het dorpje meer dan 1.000 jaar geleden strategisch in de bocht van een Maasarm ontstond.
“Maar het schilderij toont eigenlijk nog veel meer”, gaat Marc verder. “Rechtsboven zie je een grote stenen woning, de woning van meneer de Gelissen. Wellicht rond 1780 al gebouwd door zijn vader, Anselm Gielissen. Die man schopte het tot kapitein in het leger van de Franse koning Louis XV, en huwde met Isabelle de Tymlus, de dochter van een rijke familie uit Aken. Na het huwelijk werd de naam van de Mechelaar ‘de Gelissen’.
(lees verder onder de foto)
“Op dat moment is dat één van de weinig stenen gebouwen in het dorp. Jaren later rond 1910 was het pand inmiddels eigendom van de familie Smeets en runde toenmalig burgemeester Joseph Smeets er zijn sigarenfabriekje in. Joseph was mijn overgrootvader. Als je de beelden en de foto’s vergelijkt, zie je de centrale woning en één van de twee bijgebouwen staan.”
(Lees verder onder de foto)
Bootje
Wie héél goed naar het schilderij kijkt, merkt een smalle waterloop op voor de bewuste woning met zelfs een klein bootje in beeld. Kans is groot dat het om de oude Maasarm gaat die in die periode nog bevaarbaar was. Vandaag is die Maasarm helemaal verland en stroomt de Kikbeek er rustig door tot in de huidige Maas.
Zie de twee foto’s met pijlen hier onder.
Het huis de Gelissen werd in de jaren 1970 afgebroken en verkeerde in erbarmelijke toestand. De jongste generatie ging al eens ‘spelen bij de ruïne’. Na afbraak werd er een appartementsgebouw op neer gezet, die ongeveer met de voormalige vorm overeenkomt.
Eén van de toenmalige bijgebouwen staat wél nog recht, wordt ook bewoond maar verloor aan de buitenkant elke gelijkenenis.
Marco: weeral een pracht van een inzicht over ons dorp. Reeds met velen gedeeld! Blijf je weelde aan info maar delen met ons
Zo moeten er ook nog schilderijen zijn van Frans Keelhoff 1820/1893. Frans Keelhoff werd geboren op 2 mei 1820 als zoon van notaris Joseph Keelhoff, hij overleed te Brussel op 19 december 1893.
Reeds als scholier was zijn grootste verlangen tekenen, zo mocht hij dan op latere jaren als leerling naar de academie te Antwerpen. Hij betoonde daar een grote kundigheid, en reeds op 24 jaar zette hij zijn studies voort te Parijs, Zwitserland en Italië.
Enige zijner werken waren: Vue prise à Grimby, la Farraison, la Printemps, Site de Limbourg, de Pastoorsvennen, en Vue du Galgenberg (Neerharen).
Hij ontving meerdere gouden medailles op tentoonstellingen, te Brussel (in 1860), Wenen en Lyon.
Hij debuteerde in 1842 op het salon te Brussel, en exposeerde vanaf dan met regelmaat tot in 1888. Eerst schilderde hij romantische boszichten, ook wel een berglandschap bij onweer, maar spoedig specialiseerde hij zich in eenvoudige natuurgezichten van de Limburgse Kempen.
In 1866 werd hij benoemd tot ridder in de Leopoldsorde. In 1890 besloot het gemeentebestuur van Antwerpen een landschap in Limburg (nr. 1083), van Keelhoff aan te kopen voor het stadsmuseum. Ter dezer gelegenheid werd er in de “Vlaamsche Hogeschool” in 1890 een hulde-artikel over hem gepubliceerd. Artikel uit ‘Neerharen en zijn verleden’ 1984.
????