
Het onderzoeken van de geschiedenis bestaat veelal uit het vinden van linken en verbanden. Het leidt niet altijd tot sluitende bewijzen, maar vaak vertelt het wel iéts. Dat dokter Hauben uit Maasmechelen een straffe figuur was in ons land, wist jij intussen al, maar deze volgende link deel ik héél graag.
Vermoedelijk na 1904 en met zekerheid voor 1909 wordt er een portret gemaakt van Théodore Hauben. We vinden die foto terug in zijn eigen memoires, een prachtig beeld waar zijn zilveren baard straalt.
Pas onlangs na heel wat zoekwerk, kon ik achterhalen wié die foto ooit gemaakt heeft. Het was Benjamin Couprie, een Brusselse jonge fotograaf in die tijd.
Na wat rond zoeken, blijkt die Couprie niet de eerste de beste te zijn.
(Lees verder onder de foto)

De man wordt in 1911 gevraagd om foto’s te maken op het allereerste internationale congres voor Fysica dat dan in Brussel wordt georganiseerd. Hij maakt er een legendarische groepsfoto waar een nog jonge Marie Curie én jonge Albert Einstein op staan.
(Lees verder onder de foto)

In 1912 mag hij koning Albert I samen met zijn vrouw koningin Elisabeth op foto zetten. Albert I is dan nog maar drie jaar koning.
(Lees verder onder de foto)

Het zijn slechts drie van de vele foto’s die Couprie mag maken in Brussel gedurende zijn loopbaan.
Dat hij foto’s trekt op bijzondere belangrijke momenten in de geschiedenis en dan nog van prominente figuren is bijzonder. Maar nog straffer is dat ook onze eigenste Théodore Hauben minstens één keer voor zijn lens mocht poseren.
Is Hauben daarom meteen van het kaliber van koning Albert I of Einstein? Natuurlijk niet, maar hij was duidelijk niet zomaar jan met de pet uit de buurt.
(Lees verder onder de foto)

En het zou zomaar kunnen dat…
Het congres in 1911 waar de jonge Einstein op aanwezig was, werd georganiseerd door Brusselaar Ernest Solvay, zelf chemicus, ondernemer én jarenlang bestuurslid aan de Brusselse universiteit (ULB/VUB). Dé universiteit waar Hauben bijna 40 jaar lang professor Anatomie was. Hauben en Solvay waren dus nauwe collega’s, en onze dokter woonde zélf geregeld internationale congressen bij in Brussel.
Nu komt het.
De kans is realistisch dat Hauben en Einstein elkaar in die periode ontmoet hebben, of op zijn minst in elkaars aanwezigheid zijn geweest. Wie weet knikten ze naar elkaar bij het verlaten van het toilet of het kruisen op een binnenplein. Maar dat professoren en oud-geleerden met elkaar nakaartten of dineerden in het bijzijn van organisator Solvay, dé man van de ULB, is niet ondenkbaar.
De zoektocht eindigt nooit.
Meer weten over het bijzondere leven van dokter Hauben? Bestel het boek hier: www.oadm.be/drhauben