fbpx

‘Branding’, een strategie die men in 1900 al toepaste in het Maasland… en ze werkte

10
De brandingstrategie is eigenlijk van allen tijden, en het werkte blijkbaar.

Maasmechelen pakt uit met een grootse campagne om de gemeente als ‘merk’ in de kijker te zetten. Men wil tonen hoe mooi en aangenaam het hier leven is. Dolle promopraat uitgevonden in 2022? Zéker niet!

De definitie van ‘branding‘: het vermelden van een merknaam, bedrijfsnaam of logo met als doel de bekendheid ervan te vergroten. Merknaam in deze? ‘Maasmechelen‘. Zo simpel is het.

In 2022 schiet men zo’n campagne op gang met een sappige dromerige video, sfeervolle foto’s, klinkende slogan’s én dat allemaal om de eigen inwoners en voorál de toerist ervan te overtuigen voor ‘MaasMechelen’ te kiezen.

Maar kijk eens even mee naar twee onderstaande foto’s.

‘Mechelen A/Maas – zicht op de Maas’.
‘Opgrimbie – Kampeerterrein en bad “Kikmolen”‘

Het zijn niet zomaar foto’s, maar voorzijdes van postkaarten. Postkaarten uit Mechelen-aan-de-Maas en Opgrimbie tussen 1900 en 1930. Het doel van die kaarten? Zoveel mogelijk beelden verspreiden van de eigen gemeente zodat niet-inwoners kunnen zien hoe prachtig het er wel is.

Het concept van de ‘postkaart’ ontstaat rond 1900 als de fotografie helemaal explodeert, bijna vergelijkbaar met de impact van sociale media vandaag. Foto’s zijn niet langer uitsluitend voor de rijken, maar in bijna elk groter dorp woont wel een fotograaf. En de lokale drukker verspreidt in sneltempo mooie beelden.

Even snel ontstaat in élk dorp de drang om te tonen hoe schoon het er is, en dat men er zeker eens moet passeren. ‘Groeten uit Brussel, Groeten uit Antwerpen, Groeten uit Mechelen-aan-de-Maas, uit Leut, Opgrimbie…’.

(Lees verder onder de foto)

Op de tram hier aan de Rijksweg stapten vaak mensen uit Maastricht af die naar de Kikmolen wilden. (rechts buiten beeld het gemeentehuis)

Paard en kar ruilt men stilaan in voor fietsen, trams en treinen. De reiziger, de toerist, is geboren! En Kikmolen blijkt snel een razendpopulaire bestemming, want Maastrichtenaren springen elk weekend de tram op richting de zwemvijver.

Herbergen poppen op in het Maasland langs het kanaal én de Rijksweg, voor schippers maar ook voor de allereerste toeristen.

In Lanklaar hebben ze de strategie he-le-maal door! Hotel Beau Séjour richt zich als één van de eerste in de wijde omtrek écht op de ‘verre’ toerist. “Le plus beau coin du Limbourg”, het mooiste hoekje van Limburg, noemen ze het.

Advertenties duiken vanaf 1910 nog jarenlang op in nationale kranten. Het wordt één van de meest geliefde vakantieplekken in het Maasland met toeristen vanuit het hele land.

(Lees verder onder de foto)

Een advertentie uit 1913 in Brusselse kranten van hotel Beau Séjour in Lanklaar.

“We willen niet enkel de toerist, maar zeker ook de inwoners betrekken in het geheel”, klinkt het vandaag. Wel, zo klonk het destijds ook.

Burgemeester van Mechelen-aan-de-Maas Joseph Smeets bouwt in 1900 een indrukwekkend nieuw gemeentehuis met vredegerecht waar men in vele andere gemeenten jaloers op is. “Uitstraling is álles”, moet hij gedacht hebben.

(Lees verder onder de foto)

Burgemeester Joseph Smeets wist in zijn tijd ook iets af van branding.

Die filosofie trekt hij door wanneer hij het Heilig Hartcollege laat bouwen. “Eindelijk kunnen onze eigen jongeren ook hiér studeren, en moeten ze niet naar Tongeren of Hasselt”, zei hij letterlijk. In diezelfde periode ontdekt men steenkool in de bodem en kan men zelfs massaal wérken in de eigen regio.

Het Maasland deed in 1900 iets aan haar imago van ongeletterde, laaggeschoolde, werk- en uitzichtloze regio… Branding avant la lettre.

De strategie hielp destijds. Of de strategie in 2022 ook helpt, zal de toekomst uitwijzen, maar zolang de campagne bolt, ligt le plus beau coin du Limbourg nog even in MaasMechelen.

Bestel de boeken van Ooit aan de Maas hier in onze shop.

Branding in 1922 of 2022. Veel verschil is er niet.
Over de auteur

Marco Mariotti (30) groeit op in Maasmechelen en is als kind gebeten door geschiedenis, aardrijkskunde en natuur. Op zijn 22ste wordt hij journalist in Limburg, aan informatie geraakt hij bijna verslaafd. Lokale geschiedenis boeit hem altijd al, maar pas in 2017 slaat de vonk over als in Eisden-Dorp archeologische resten worden ontdekt bij werken op het Vrijthof.

Laat een opmerking achter

Deze website wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacybeleid en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

Gerelateerde verhalen