Wie zich tegen de Duitse bezetter verzette, kon gestraft worden. Sommigen drukten en deelden stiekem protestflyers (pamfletjes) uit, anderen gingen over tot pakweg het saboteren van telefoonlijn en nog anderen gingen echt over tot het doden van Duitsers of collaborateurs.
Maar wie zich blijkbaar op zijn eenvoudige manier probeerde verzetten was de lokale pastoor van Leut. In 1942 is dat Jan op ’t Roodt, een man afkomstig uit Molenbeersel bij Kinrooi.
Het moet ergens in de zomer dat jaar geweest zijn dat hij de kinderen in Leut les geeft in de catechismus. In die les roept hij op om samen te bidden dat de geallieerden de oorlog tegen de Duitsers zullen winnen.
(Lees verder onder de foto)
Op 1 september 1942 staan de Duitsers plots aan de deur, ik vermoed aan die van de pastorij, en arresteren Jan. De man wordt opgepakt en overgebracht naar de gevangenis van Hasselt. Daar werden alle Limburgers van het verzet na arrestatie heen gebracht. Een maand later op 1 oktober 1942 mag de pastoor de cel weer verlaten.
Alleen…. Hoe hadden de nazi’s zijn ‘protestgebed’ nu kunnen achterhalen?
Wel, omdat er ook in Leut ‘zwarten’ woonden. Die term gaf men aan hen die Duits-gezind waren en dus collaboreerden. Het kan bijna niet anders dat één van de kinderen uit Leut thuis moet verteld hebben over het bewuste gebed, en dat de ouders de pastoor verraden hadden.
De info dat pastoor Jan één maand in de cel zat, werd door wijlen Mathieu Rutten genoteerd in zijn boek ‘Priesters in het verzet’ in 2009.
Jan Op ‘t Roodt