
Het kasteel in Leut. Vilain XIIII. Een vreemde naam die weinig Maasmechels klinkt, maar wél een sprookjesachtige look én verhaal heeft. Aflevering twee.
Of Pauline en Charles gelukkig waren in hun kasteel? We vermoeden het: in amper veertien jaar tijd worden er maar liefst zeven dochters geboren. Zoé als eerste in 1824, gevolgd door Clara, Marguerite, Claire, Georgine en Louise. Philippine is de jongste en komt pas in 1838 kijken.

Vader Charles is een romanticus en laat rode beuken planten voor élke dochter. Enkele van die zeven beuken vind je er vandaag nog steeds, helemaal op het einde van de lange dichtbegroeide haag.
Ontstaan België
Daarnaast is Charles een rasechte politieker – zoals vaker bij adel – en behoort tot de katholieke zuil. Hij staat mee aan de wieg van het ontstaan van België in 1830 en wordt zelfs Kamervoorzitter.
Maar het ongeluk schuilt in het kleinste hoekje. Als één van de dochters plots de mazelen krijgt, wordt ook mama Pauline ziek tijdens het verzorgen van haar kinderen. Ze overlijdt in april 1842 en wordt begraven in Leut. Philippine is dan amper 4 jaar oud, Zoé net 18 jaar.

De zeven zussen groeien alleen op, terwijl vader Charles vooral actief is in Brussel. Hij schopt het zelfs tot minister van Buitenlandse Zaken, zit geregeld in Rome bij de Paus en laat doorheen de jaren uitheemse boomsoorten aanplanten in Leut die je er vandaag nog steeds kan bewonderen.
De zussen groeien op tussen de kinderjuffen en ander personeel. In 1846 slaat het noodlaat weer toe en sterft zus Claire op haar veertiende door ziekte. We kunnen het ons vandaag nog amper indenken, maar mazelen, longontstekingen, of griep waren in veel gevallen fataal.
Lees morgen de laatste en derde aflevering over het leven op het kasteel Vilain XIIII.

- Hoe Angelina Houben uit Kotem het ongeluk van haar vader erfde
- OPINIE. “Een drama? Verre van. Spijtig? Héél zeker”
- Grootste roofoverval ooit aan de Maas: “Ze waren met 50, het duurde uren”
- “Wat wist ik ooit van Maaslandse geschiedenis?”: Gluur mee in de boekencollectie van Marco
- Hoe Nederlands lang ‘onderdrukte taal’ was: “Kritiek na standbeelden Eisden en Maaseik”