De pareltjes van Maasdorpen zijn talrijk aan beide oevers. Maar er valt me toch iets op telkens ik in Nederland een kijkje ga nemen.
Iedere keer weer ben ik verbaasd van hoe mooi zij hun historische centra bewaard hebben. Natuurlijk vind je er ook jonge huizen en wijken, maar die liggen zo goed als altijd buiten de historische kernen.
Rij eens bij ons door de kernen van Stokkem, Leut of Boorsem. Natuurlijk ook mooie dorpskernen, maar daar wisselen historische en hedendaagse panden zich af. En zeker de huizen van de jaren 50 en 60 ogen soms ‘verloederd’. Niet?
(Lees verder onder de foto)
En als we dan toch een bijzonder bewaarde kern hebben zoals in Oud-Rekem, dan wordt dat meteen het mooiste dorp van Vlaanderen. Het zegt iets over onze standaard. De Nederlandse Maasdorpen halen bijna allemaal het niveau van een Oud-Rekem als het op bewaring aankomt.
Waarom dat verschil er is in beide landen? In Nederland waren de wetten altijd al veel strenger om historische panden te slopen, en een moderne woning droppen in een oerkern, het gebeurt zelden tot nooit.
(lees verder onder de foto)
In België heeft de vrije keuze qua architectuur ook zijn eigenheid. Maar de flaters die men zo in de jaren 60 beging zijn eindeloos. Zoals de manier van bouwen van het ziekenhuis tégen de 500 jaar oude kasteeltoren in Leut. Qua erfgoed zou dat vandaag een heus misdrijf zijn.
Steek in Meeswijk of Leut de Maas eens over, en je komt uit in Oud–Urmond. Zo schoon. Ga er eens met de fiets heen, steek de Maas over in Meeswijk met het veer en na 5 minuutjes richting het zuiden langs de rivier aanhouden kom je in Oud-Urmond uit.
Is dan in Nederland alles beter? Natuurlijk niet, qua landschap kijken wij heel vaak richting industriegebied, terwijl de Nederlanders vaak naar onze natuurgebieden kijken. Maar in de jaren 50 en 60 waren we beter eens bij de noorderburen gaan kijken op vlak van erfgoed.
Absoluut juist. Oud Elsloo is ook nog zo een pareltje. Wel weinig cafeetjes… Dat doe wij dan weer beter!