Op 1 januari 1926 stijgt de Maas naar ongeziene hoogtes en breekt de Maasdijk in Uikhoven. De bevolking in meerdere Maasdorpen zit dagenlang gevangen, soms tot op het dak van hun huis. Dat de Maas woest kon zijn, wist men, al was er dit keer meer aan de hand. “Dit Limburgse drama kon vermeden worden”, roept men in het parlement. Hoe werden de Maasdorpen één voor één op snelheid gepakt? En waar verdronk een baby van acht maanden?
Wie langs Maaslandse gevels wandelt en goed oplet, merkt soms nog oude vloedmerken op. Dat zijn ‘strepen’ op de gevel meestal van gietijzer met een jaartal bij. Je moet goed zoeken, want ze zijn vaak verstopt, maar zeker in Uikhoven vind je er nog twee van het jaar 1926 en met reden. Want dat jaar maakte het dorp de hel mee.

We moeten daarvoor naar eind 1925. In november valt er een pak sneeuw in de Ardennen en in Frankrijk. Vanaf midden december begint het ook nog eens fel te regenen, en de eerder gevallen sneeuw smelt stilaan. Al dat water komt in de Maasvallei terecht, en zelfs delen in Luik komen blank te staan.
Op nieuwjaarsdag barst de hel les. Vanaf Smeermaas neemt de Maas het hele landschap in en spreidt zich tot aan het kanaal. In veel huizen staat het water meteen tot aan de bovenverdieping en bewoners slaan halsoverkop op de vlucht. Hetzelfde in Neerharen en Herbricht dat volledig wordt afgesneden van de buitenwereld.

Ook Uikhoven ziet het water over de dijkrand vloeien en op 1 januari ontstaat een bres in de dijk waarop die in de ochtend openbreekt. Dat gat in de dijk wordt finaal maar liefst 60 meter lang. Een massa water stroomt door de bres aan hoge snelheid het dorp binnen. Uikhovenaren vluchten naar de bovenverdieping of zolder van hun huis of boerderij snellen. Zelfs dieren worden meegenomen waar het kan, al verdrinkt er veel vee.
Alles tussen kanaal en Maas wordt één grote zee, het water stroomt door de huizen en spoelt hele akkers weg. Bij Daal-Uikhoven is de stroming zo hevig dat hulp bieden niet mogelijk is. Soldaten van het 11de regiment rukken vanuit Antwerpen richting Rekem waar ze zich opstellen aan het kanaal.

Daar stellen ze zandzakjes op, verzamelen ze voeding en bootjes, en willen ze met over de Pastoor Goossenslaan richting Uikhoven om de inwoners te bevoorraden. Vanwege de hevige stroming is dat levensgevaarlijk. De Uikhovenaren wachten bang af – sommigen zitten op het dag – en vooral drinkwater is nodig.
Wanneer de stroming rustiger is, varen soldaten woonkamers binnen om via de trap rechtstreeks brood en drinkwater naar boven brengen. Huis per huis gaan ze af.

Eén broer kan zich aan een boom vastklampen en wordt gered, maar Jean Vandeweerdt en zijn broer verdrinken
Ook Boorsem en Kotem lijden zwaar. Zeker Kotem staat blank. Drie broers Vandeweerdt uit Boorsem beslissen om met een bootje richting Geneuth te varen en er de rivier over te steken om zo familie aan Nederlandse zijde te bevoorraden.
Het bootje slaat om en de mannen worden meegesleurd. “Eén broer kan zich aan een boom vastklampen en wordt gered, maar Jean Vandeweerdt en zijn broer verdrinken”, schrijft Den Eendracht die week.
Rijksweg blank
Zelfs Mechelen-aan-de-Maas staat grotendeels onder water. Van achter de Zuid-Willemsvaart ontstaat een ware binnenzee. Bijna alle bewoners achter het kanaal moeten hun woningen verlaten. De Meelstraat en Hemelrijkstraat staan ook blank, net als de Dorpsstraat (Dokter Haubenlaan) richting Rijksweg.

Omdat het waterpeil in de Maas na enkele dagen zakt, stijgt het grondwater in Mechelen en komt hettot aan de Rijksweg waar de tram dan nog rijdt. De tramsporen staan voor 100 meter lengte onder water en meerdere huizen langs de Steenweg lopen onder, soms tot een halve meter hoogte.
Het Maaswater zoekt zijn weg richting het noorden. Vucht blijft redelijk gespaard, maar een massa aan water snijdt Meeswijk opnieuw af van de buitenwereld om dan te gaan toeslaan in Stokkem.
Een baby van acht maanden is gewikkeld in een deken en wordt tweemaal gered door een man die al zwemmend in de woeste stroming het kind met zijn tanden boven water houdt
De inwoners van het Molenveld, van Boyen en van Negenoord beseffen nog niet wat hen te wachten staan. Het water raast met snelheid door straten en velden, en bewoners vluchten naar de daken van hun huizen en moeten met bootjes geëvacueerd worden. In sneltempo stijgt het peil.

Bij een reddingsactie aan het Molenveld loopt het mis wanneer een bootje met vijf personen in omslaat. “Iedereen belandt in het water”, schrijft Den Eendracht die week. “Een baby van acht maanden is gewikkeld in een deken en wordt tweemaak gered door een man die al zwemmend in de woeste stroming het kind met zijn tanden boven water houdt. Bij een derde poging glipt het deken los. Het kind verdwijnt in het water en verdrinkt.” De man die de redding uitvoerde was de heer Rutten.
Van donderdag 1 januari tot zaterdag 3 januari is Boyen onbereikbaar. Pas zaterdagnamiddag worden de eerste woningen bereikt en brengen ervaren roeiers voedsel en drinkwater aan.
Terwijl waterwerken in Luik en Namen wel werden uitgevoerd, bleef Limburg in de kou staan. Het water dat elders werd tegengehouden, zocht daardoor zijn uitweg naar de Maasvallei
De ramp leidt tot politieke verontwaardiging. Volksvertegenwoordiger Pierre Beckers is afkomstig van Uikhoven en wijst erop dat deze overstroming geen noodlot was. “Reeds na eerdere dijkbreuken in 1920 werd gewaarschuwd, maar beloofde versterkingen bleven uit”, klaagde hij in het parlement.

“Terwijl waterwerken in Luik en Namen wel werden uitgevoerd, bleef Limburg in de kou staan. Het water dat elders werd tegengehouden, zocht daardoor zijn uitweg naar de Maasvallei.”
Volgens Beckers is de Maaslandse bevolking niet alleen geruïneerd, maar ook verbitterd. “Velen zijn ervan overtuigd dat deze ramp voorkomen had kunnen worden, als waarschuwingen ernstig waren genomen en de dijken tijdig waren versterkt.”
Naast de materiële en emotionele schade, waren ook hele oogsten en wintervoorraden verloren. Grote lappen konden niet langer gebruikt worden door grote afzetting van grind en zand.
De dijken waren in de jaren 20 van leem. Na de zware overstroming van 1926 beslist de overheid om onder meer Uikhoven te beschermen met stenen dijken. Sindsdien herinneren we de overstromingen van 1993 en 1995, maar die kwamen niet in de buurt van het drama uit 1926.
OPROEP: Ken jij verhalen van je grootouders of heb je foto’s van de overstroming van 1926? Laat dan iets weten en mail naar marco@ooitaandemaas.be